dinsdag 28 januari 2014

Aflevering 7. Jan, Piet, Joris en Corneel








 
 
 
 
 
 
 
 
Op liefde staat geen leeftijd. Toen bekend werd dat de jonge oppergod van de Vlaamse letteren, Herman Brusselmans (56),  in zee ging met Melissa Janssens (25), counterde de jonge journaliste de heisa om het leeftijdsverschil met de volgende woorden: “Herman mag dan al in de nazomer van zijn leven zijn, op een ziel staat geen leeftijd.”
Ach. Hoe schoon.
Maar toen Roos (43), na de date met Toon (50), Witse (49), en McKinsey (46) nog steeds geen vonken voelde overslaan,  trok ze het romantische ideaal (en de nazomer) in twijfel en stuurde naar de koppelaarster een verzoek  om voortaan heerschappen  te mogen ontmoeten in haar eigen leeftijdscategorie of jonger. Het antwoord was weinig bemoedigend:
“Dat is niet zo’n evidente vraag om aan tegemoet te komen. Je iemand jonger of maximum even oud voorstellen is niet zo makkelijk, doorgaans wordt een man graag aan een wat jongere vrouw voorgesteld.”

Roos steigerde. Dit was toch onvoorstelbaar? (Brussel)mannen trekken dus altijd aan het langste eind? Goed, ze was dan wel geen Patricia Paay, Madonna of Demi Moore, maar dit tartte toch alle verbeelding?
Ze beheerste zich en antwoordde : “Dat mijn vraag niet evident is, is jammer, en bevestigt enkel gangbare clichés. Maar ik hoop dat jullie een oplossing vinden.”

En ging toen even fronsend voor de spiegel staan.
Was het zover? Was dit het moment? Was ze afgeschreven?  Daalde haar marktwaarde? Naderde de herfst van haar leven? Was ze, oh help, een verwelkte bloem?

Ze overliep in sneltempo de opties om het onheil tegen te gaan:  1. een total body lifting; 2. een liposuctie; 3. een buikwandcorrectie; 4. een haartransplantatie;  5. een bilvergroting; 6.  een schaamlipverkleining; 7. een chemische peeling; 8. een bleaching van de tanden;  9. botoxinjecties; 10. siliconen borstimplantaten.

Dat moest volstaan.
U begrijpt, beste lezer, dat er meerder mogelijkheden zijn voor “age management”,  elk met zijn voor- en nadelen; een persoonlijke evaluatie door de plastisch chirurg kan u hierbij helpen. Geen paniek. Voor alles bestaat een oplossing. Roos is immers, net als menig vrouwelijk lezer onder u, een vrouw in de bloei van haar leven. Bovenstaande mededeling van de koppelaarster paste volstrekt niet in haar belevingswereld en werd bij deze gedeleted, genegeerd, ontkend, verworpen, verbrand en verbrijzeld. Voila. Roos zou zich voortaan ontpoppen als een cougar, een M.I.L.F. en almeer van dat hip lekkers boven de veertig. Een cliché? Carrément weg ermee.

En vervolgens, beste lezer, kwam Tinder op het pad van Roos.
Met een simpele duimveeg en een klik belandde Roos bij al het jongs, fris en lekkers waar ze maar van droomde: de swipe-snelweg naar sexy.

Even de feiten. De gratis datingapp werd een jaar geleden gelanceerd aan een Californische universiteit, en was meteen een absolute hype: de app - beschikbaar in 24 talen - genereert wereldwijd 4 miljoen matches per dag, en er worden dagelijks maar liefst 400 miljoen profielen gekeurd. Vooral bij jongeren is de app razend populair: 65 procent van de gebruikers is tussen de 18 en 24 jaar oud.
Yummie. Veel groen voor Roos.  

Aan de slag: Downloaden. Facebookprofiel koppelen. Aangeven of Roos op mannen, vrouwen of allebei valt, geprefereerde leeftijdscategorie opgeven, én de kilometeromtrek waarbinnen het gezochte moois zich mag bevinden.
Is het manschap in kwestie niet aantrekkelijk, swipet Roos het scherm naar links en geeft ze hen een rood kruis. Is het ware liefde op het eerste gezicht, swipet ze de foto naar rechts en krijgt de manspersoon een groen hartje. Hot or not. Volgt er een match, dan kan Roos met het heerschap chatten. Geen meldingen van afwijzingen. Roos loopt nooit een blauwtje.

Even een lukrake greep uit de duimveegreis (niet noodzakelijk in volgorde van voorkeur): zwarte mannen te paard, mannen met hun armen om verschillende vrouwen (die hun vrouwen of vriendinnen lijken te zijn), mannen met kinderen op de knie, mannen omringd door 7 dolfijnen, mannen verkleed als een vleermuis, mannen met een zonnebril binnenshuis, topless mannen, bruiloft foto's, badkamer selfies mét toilet inbegrepen, en tot slot: een geit. Deze laatste zonder man.
Een swiping spasm werd Roos haast fataal.

Nog meer feiten.
Roos’ allereerste match, de numero uno, was Edouard. 25.

Dit eerste schot in de Roos ging gepaard met een frivole vreugdedans. Waarop twee aanwezige tieners in de woonkamer elkaar bedenkelijk aankeken en de ene mompelde tegen de andere: “jooolooo, niet?”, Roos nietbegrijpend opkeek en er grommend als antwoord volgde: “Tja, you only love once”.
Edouard was op dat moment 8738 kilometer uit de buurt. Helaas. Volstrekt onbereikbaar.

De matches volgden elkaar vervolgens in sneltempo op:
Match#2. Jan, 42. Met foto van besneeuwd landschap.
Match#3. Piet, 31. Met een koala romantisch gedrapeerd rond de nek.
Match#4. Joris, 32. Bij zonsondergang.
Match#5. Lukas, 37. Op het dek van een speedboot.
Match#6. Steven, 32. Met een stofzuiger. En ook een fiets. [Multifunctioneel inzetbaar].
Match#7. Sergio, 34. Met weinig accessoires en veel looks.
Match#8. Corneel, 39. Met de volgende transparante omschrijving:

Has transmogrifying quasardriven white dwarfs for breakfast. A down to earth lebenskünstler, with analytical management skills, enjoys the little things of life, in awareness of the importance andu isueness of every moment.
[Even dit terzijde. Voor de opmerkzame lezer weze het intussen duidelijk: alle heerschappen waren stuk voor stuk jonger dan Roos. Een objectief, ontegensprekelijk gegeven. Tjakaaaa.]

Roos besloot vervolgens de isueness of the moment te grijpen, en waagde zich aan een chat met Sergio. Onder het waakzame oog van een trouwe (en getrouwde) vriendin.
Roos: “Do you have Spanish roots?”
Sergio: “ Yes. I’m here for sex, you?”

De vriendin kreeg eensklaps meer belangstelling voor Roos’ Iphone dan voor de sushimi op tafel.

De berichtenstroom ging door. Met evenveel diepgang en overtuiging:
Steven: “heyyy. Alles ok daar?”
Roos: “Yup, leuke foto’s heb je. Fietser?
Steven:” Ja probeer t toch. Jij ziet er ook lekker uit”.

Roos stopte wat sushimi in de mond, en nam een slok witte wijn. Rauw vlees vermengd met zaligmakend nat helpen steevast bij de verwerking van aangebrande boodschappen.

Waarop Lukas als een deus ex machine meteen NOG sterker binnenkwam: “Hoi, wil je mijn vriendinnetje zijn, naar India verhuizen en daar een olifantje adopteren?”
Lukas had een Polar thriatlon watch, een fiets en een speedboot. Een olifant kon er voor Roos ook nog wel bij. No problemo.

Na vier weken had Roos 26 matches gescoord, en was ze slechts één illusie armer: Tinder levert geen dates in reality op. Het blijft bij swipen, klikken en virtueel flirten. De knipoog die ze op de dansvloer krijgt, de toeterende hoorn van de vrachtwagenchauffeur op de autosnelweg, de fluitende bouwvakker op weg naar het werk. Leuk, vrijblijvend, en speels. Een boost voor het ego, een natural body lifting. Gratis. En zonder littekens. Even tinderen om fluks de dag door te zinderen.
Allez, Roos, hop, en route, sans doute!

Roos

Wordt vervolgd: Aflevering 8. In zeven sloten tegelijk.

 

maandag 23 december 2013

Aflevering 6. Elektriciteit in de lucht?


Google Glass is met voorsprong het meest hippe gadget van de toekomst. Genomineerd voor Product van 2013 en nog geeneens voor het brede publiek beschikbaar. Zucht. Roos droomt weg bij de gedachte aan een hippe glazen blik in de toekomst. Stel je voor. The sky is the limit. Als ze voortaan naar een date kijkt, registreert Glass:
*LIKES GILLES PETERSON, SOHN, AND ANTHONY & THE JOHNSONS*
En als de date even onverwacht sexy, ontwapenend lacht, geeft Roos een cool commando:
 “OK Glass, take picture.”
 En hopla, Man X is vereeuwigd in The Rose Database of Daunting Dates.
Wegens voorlopige onbeschikbaarheid van de roze bril van de toekomst houdt Roos het vooralsnog bij ouderwets letters tikken op een klavier:
 “OK Roos, write.”
Bij deze, beste lezer, vereeuwig ik opnieuw een heerschap. Met letters, woorden, en een flinke dosis verbeelding.
We schrijven een gure donderdagavond in december. Het land is in rep en roer. Hoogwaterstand, zware windstoten en een onthutste, kinderlijk opgewonden Frank Deboosere die alarmfase 3 van het rampenplan aankondigt. Zandzakjes worden aangevoerd. België waant zich even op de vooravond van Tyfoon Haiyan. Het is net twee dagen na nieuwe maan, het moment wanneer zon, maan en aarde in een rechte lijn staan. Springtij kondigt zich aan en samen met storm geeft dat onheil. Kortom: de kosmos is in spannende staat.
Het is middenin dit amalgaam van gure natuurkrachten, dat Roos zich klaarmaakt voor een ontmoeting met Toon uit Kortrijk. Bij de Makelaar had ze na de miskleun met McKinsey aangedrongen op een warme, affectieve man. Huilen na een date: nope, liever niet meer. Afvoeren die handel.
“Nadat Toon afstudeerde als Ingenieur Electronica ging hij aan de slag bij een bedrijf dat aan electriciteitswerken doet”, leest Roos in de profieltekst. Ah. Een man vol volt, fantaseert ze. En even verder leest het: “In het weekend laadt hij zijn batterijen op. Zijn perfecte zaterdag begint al om 07.00 uur met hardlopen.” Woow. Dat klinkt als ferm stroomgehalte. Leuk. Maar ook eh daunting. Roos is niet meteen sportief. Au contraire: na 6 sessies start-to-run, heeft ze Evy Gruyaert hartelijk bedankt voor de lieve oppeppende deuntjes, en verstek gegeven. Een ex placht haar liefdevol uit te lachen met haar onhandige looppasje dat veel weg had van een poliopatiënte.
Net voor ze haar laptop afsluit na de doordeweekse werkdag, en het raam van haar kantoor onheilspellend openklapt tijdens een fikse windstoot, krijgt Roos mail van de ex met de poliohumor. “En, komt er dit weekend een nieuw avontuur van Roos?” Slik. Roos verkrampt. Hoe moet ze dit nu lezen? Zou het ‘m toch nog wat kunnen schelen? Ze overweegt even om niet te antwoorden, maar als altijd is hij onweerstaanbaar. Ze mailt terug : “Heb date vanavond. Dus tenzij ik verkracht, ontvoerd of met de storm wordt meegeblazen, komt er een nieuw avontuur, yup.”
Case closed. Roos moet verder. Haar ros staat klaar. Geen houden aan. En vervolgens springt ze, met een mengeling van spanning en afwachting, haar auto in. Onderweg krijgt ze een tekstbericht van een vriendin: “Sturm der Liebe?” Roos grinnikt.
Toon heeft een gezellige, ongedwongen plek uitgekozen om wat te drinken en een hapje te eten. Roos heeft zich voorgenomen om meteen op te stappen na het aperitief als het opnieuw fout zou uitdraaien. Het is een onmiskenbaar gegeven: na McKinsey heeft ze dating-angst opgelopen.
Wanneer ze het eetcafé binnenstapt ziet ze een oudere, kalende man met gebogen schouders intensief de menukaart bestuderen. Roos betrapt er zich op dat het leeftijdsverschil opnieuw een stevige afknapper is.
Toon zet meteen de juiste toon. Hij biedt aan om een lekker glas wijn van de kaart te kiezen. Als sommelier in opleiding leert hij haar hoe ze het wijnglas netjes moet vasthouden. Roos luistert geboeid.

Dan volgt er een hartelijke West-Vlaamse: “we goan ne keer tekken” (toasten). Roos komt een heel klein beetje niet meer bij: "OK Glass, make audio-recording.”
En zo glijden de uren voorbij, samen met de talrijke complimenten:
Compliment #1. Je blonde mèchen zijn prachtig.
Compliment #2. Je hebt een mooi figuur.
Compliment #3. Je kan heel goed tekken.
Roos wordt fervent, frivool maar fout versierd. Toon is een schat, maar helaas: geen enkele fysieke aantrekkingskracht. Wanneer ze naar de parkeergarage toelopen en Roos rilt van de kou bij windkracht 6, pakt Toon haar stevig beet: “Zal ik je verwarmen?” Eh. Roos schudt beleefd het hoofd. Hoogtij aan de ene kant, laagtij aan de andere. Vervelend.
Onderweg naar huis stuurt Toon een tekstbericht: “Slaap zacht, lieve aantrekkelijke vrouw”. Roos krimpt ineen. En weet even niet wat gedaan. Ze antwoordt niet.
In bed wordt ze overvallen door een springtij van verdriet. Ze wil een polio-loopje doen met de ex. Samen met hem gniffelen om de storm in een glas die vanavond was. Op haar smartphone leest ze z’n antwoord op haar mail: “Wees maar voorzichtig op de weg.”
Ja, Roos is voorzichtig geweest. En ze trekt het donsdeken over zich. “OK Glass, wipe my tears.”
Roos
Wordt vervolgd: Aflevering 7. Jan, Piet, Joris en Corneel.


zondag 1 december 2013

Aflevering 5. Een merger met McKinsey.

 
Millennials zijn misschien wel de eenzaamste generatie ooit, maar ze zijn beter dan wie ooit gewapend om het te zeggen. Ze hebben tientallen apps om hun leven te delen, zij het met aandoenlijke selfies (door de close-up gaat je neus groter lijken, wist je dat?), potsierlijke home video’s of overtreffende-trap status updates, zoals:

Niveau 1 (Basic). "Op de luchthaven. Op weg naar Londen”

Niveau 2 (Medium-sized). "Op de luchthaven, in de Business Lounge, op weg naar New York”

Niveau 3 (Extra-large).  "In First Class Lounge, met een glas champagne, klaar om op te stijgen naar Rio De Janeiro”

De Millennial female heeft voortaan ook een manier om te laten zien hoe boos ze is als een man niet aan haar verwachtingen voldoet: de Lulu app. Hiermee kan ze een online date beoordelen met veelzeggende criteria. In trapvorm wordt dat dan:
Niveau 1 (pfffff teleurstellend). #NeverSleepsOver

Niveau 2 (mmm lekker). #KinkyInTheRightWays

Niveau 3 (aaaaaah).   #F***edMeAndChuckedMe
Niveau 4 (oeeeeeh). #Porneducated

Kortom. Geen Google, maar een Guygle voor de zoekende vrouw.
Maak u geen zorgen, beste trouwe lezer: Roos is af en toe best wel eenzaam, maar voor haar zijn mannen mooi goed. Wondergoed in lekker ondergoed. Die kraak je niet, breek je niet, rate je niet. Die laat je hooguit beleefd weten dat je hen, als het kan, graag wil vergeten. Dan moet dat nog lukken ook, maar da’s weer een andere kwestie. Da’s voor het latere stadium dat Liefde heet. Het stadium waar je net wat moeilijker uit raakt.

Maar goed, McKinsey dus. Ik probeer het even op Lulu’s wijze: #liet een maand op zich wachten om een afspraak te maken  #kwam een half uur te laat op de afspraak #vond het niet de moeite om etentje te betalen #zorgde er voor dat Roos met betraande ogen naar huis reed.

Roos had een tafeltje gereserveerd in het betere, verfijnde Aziatische restaurant in de stad. Het was een herfstige vakantiedag, en ze had er zin in: wijntje, lekker eten en genieten van boeiend mannelijk gezelschap: handelsingenieur, bevlogen ondernemer, bijkomend diploma in de kunstwetenschappen. Klonk veelbelovend. Ondanks het gesteven maatpak en de stropdas.
Ze parkeert, ruimschoots op tijd, ondergronds en krijgt ter hoogte van de bocht naar -3 een tekstbericht: “Ben een kwartiertje later”. Da’s beleefd. Kan altijd. Dan nog maar even het nuttige aan het onaangename koppelen en wat inkopen doen in de minimarkt bij de parking.

Met de herfstregen en de koude blik van de kassière dreigt een eerste flard zin en romantiek te verdwijnen, maar Roos kan best wel die-hard zijn als het op genieten aankomt. Dus gaat ze lekker het restaurant binnen, bestelt een witte wijn en wat aperohapjes, en staart dromerig het raam uit, terwijl koppels gezellig keuvelend het restaurant binnensijpelen. Meer dan een half uur blijft ze daar zo zitten. Roos wordt een heel klein beetje droevig vanbinnen, terwijl ze vooral doet alsof ze dat niet is en inkomende e-mail berichten op haar iphone checkt.
Wanneer McKinsey uiteindelijk binnenwandelt weet ze meteen dat hij het is: een rijzige, niet onknappe maar wat oudere en kalende man. McKinsey gaat zitten en verontschuldigt zich correct.

Ongemakkelijke stilte #1 valt.
Alarmfase #1. De menukaart geeft altijd heel wat boeiende gespreksstof: “Nemen we noedels, of toch maar een curry?” “Lijkt Australische wijn je wat?” “Zullen we wat loempia’s nemen als starter?”

Ongemakkelijke stilte #2 dient zich aan.

Alarmfase #2. Shop talk doet het ook altijd goed. Roos praat honderduit over haar job, vraagt geïnteresseerd naar de fusies en overnames die zijn dagelijks deel zijn. En intussen voelt ze een keurende, en afkeurende blik over haar handen, haren en ogen glijden.
McKinsey zoekt “een elegante, mooie vrouw die natuurlijke charme weet te combineren met een flinke dosis humor en (sociale) intelligentie”, zo sprak de profieltekst. “Goed, dan ben ik niet geslaagd voor het examen”, klinkt een onzekere stem binnenin. Roos probeert ze te overstemmen, en stopt niet met praten. Het gesprek loopt nog steeds niet los, en ze hebben nog een hoofdgerecht te gaan.

Plots onderbreekt McKinsey het gesprek en vraagt hoe lang Roos al bij het makelaarsbureau is aangesloten: “Eh, nog maar pas”, bekent ze groen, “je bent de eerste die aan me werd voorgesteld”.
Aan de overzijde volgt een blik die schuw opzij kijkt: “Ik ben er al een tijdje bij”. Roos durft van de weeromstuit niet verder te vragen.

“Wel een geslaagd businessmodel, zo’n makelaarskantoor.” Roos kijkt vragend en nietbegrijpend terug. “Reken het maar even uit” gaat McKinsey verder: “2300 klanten, vermenigvuldigd met een jaarlijkse bijdrage per cliënt van 895 euro, een bestaffing van 3 consulenten en een back-office, dat geeft een winst van 1.000.000 euro. Winstgevend model. Dat hebben ze goed bekeken.”

Roos wil NU naar huis.
Wanneer de rekening komt vraagt McKinsey -die toch wel een zaak draait op een uitermate winstgevend businessmodel-: “zal ik betalen?” Waarop Roos beleefd: “We kunnen ook delen?” En er zakelijk, berekend en nuchter volgt: “Goed, dan delen we.”

Na de afrekening komt een handdruk en een haastig afscheid. Om 19.40 wandelde McKinsey het restaurant binnen, om 21.55 mag hij z’n prikklok induwen.
Roos rijdt eenzaam naar huis, wil bellen naar de ex met wie ze eindeloos lang kon dineren, flaneren, kletsen en keuvelen over vanalles en nog wat, zonder ook maar één ongemakkelijke stilte. Wil bij een man zijn waar stilte goed voelt en er zich geen ongemakkelijke, onzekere stemmen  opdringen.

Roos neemt een beslissing: volgende keer gaat ze enkel nog kort-koffiedrinken. Niet langer meer lang-dineren. Voor meer dan koffie, wil ze eerst het gevoel krijgen dat ze zondermeer de moeite is.
De volgende dag sluit McKinsey correct z’n dossier af en mailt: “Ik vond het een fijne kennismaking, maar ik denk dat er noch bij jou, noch bij mij vonken zijn overgesprongen”.

“Nee”, bedenkt Roos, “jij was duidelijk niet winstgevend.”
Case closed. Roos mailt niet terug.

Roos

Wordt vervolgd. Aflevering 6. Elektriciteit in de lucht?

zaterdag 23 november 2013

Aflevering 4: Een schot in de roos?















Het is net één dag na de dag die me met precisie en feitelijke trefzekerheid vertelt dat ik een jaar ouder word, hetgeen ik uiteraard met verve en kleur en een avond doorbrengen in jonger gezelschap heb trachten te negeren. Luid feestvieren, lachen en dansen overstemmen melancholische gevoelens, al was het maar tijdelijk. Evenzo hard probeer ik te ontkennen dat het pijn doet dat een ex geen verjaardagswensen stuurde en dat ik het betreur dat hij op m’n jaarwisseldag vast met een ander significant vrouwspersoon dineert. Kortom, ik word overmand door een mix van ontkenning, sehnsucht en last but not least: faalangst die me influistert dat heel dit dating avontuur op een fenomenale farce zal uitdraaien.
Alsof ze vanop afstand glashelder door me leest, krijg ik een tekstbericht van een vriendin om me moed en succes in te praten. Zonder dat ik erom vroeg, heeft ze ervoor gezorgd dat ze met haar gezin vandaag in de buurt van de plek van m’n eerste afspraak is. Je weet maar nooit dat er vieze verkrachters een pil in Roos’ glas zouden keilen. Ik omhels haar in gedachten.

Ik ontmoet Witse in de bar van een trendy museum. We hebben afgesproken om eerst een koffie te drinken, en nadien, bij wijze van afleiding en ongedwongen plezier een korte performance bij te wonen. Dankzij een videobril, trackers en een hoofdtelefoon zullen we een nieuwe realiteit verkennen: een artistiek concept en technologisch hoogstandje dat beleving en illusie in het lichaam binnenbrengt. Ik houd van het idee dat illusies mijn lichaam binnendringen. Maar vooral ook van het idee dat, wanneer de conversatie niet zou vlotten, ik een hoofdtelefoon op mag.
Ik heb geen flauw benul naar wie of wat ik moet uitkijken, en twintig minuten voor de afspraak krijg ik een attente sms: “Voila, op weg in mijn fel rode jas, kwestie van herkenbaarheid. Tot straks, Peter”. Ik grinnik even. Duidelijke en grappige communicatie terzelfdertijd. Ik parkeer m’n rode wagen (tja, een rode wagen en een rode jas, het lijkt een match bij voorbaat), en merk dat ik een halve meter buiten de witte lijnen gestationneerd sta. Roos kleurt graag buiten de lijntjes, en maakt hier doorgaans geen punt van. Maar nu vraag ik me toch wel heel even plichtsgetrouw af of dit kan voor een inspecteur van de Federale Politie. Het geeft vast geen bonuspunten.

Met zoekende blik wandel ik de museumbar binnen. Mijn ogen dwalen over de witte tafels, tot plots een man rechtstaat. Geen rode jas -die hangt intussen op de stoel- maar een blauw geruit hemd.

Het flitst door mijn hoofd: “klein, ouder en grijzend, en niet je type, Roos”. Maar ik duw m’n categorizende zelve fors aan de kant, en ga rustig zitten. “Roos. Geef je paard een kans. Of het blijft voor eeuwig op stal.”Ik hinnik even vlotjes en spontaan ter kennismaking en geef me over aan het moment.

“Ik had je vooraf even Gegoogled, zo had ik je meteen herkend”, klinkt het spontaan aan de overzijde van de tafel. “Tja, over jou was niets te vinden”, antwoord ik terug. “Ik werk bij de Federale Politie, yup, Witse”, volgt er met een knipoog. Eh. Dat was wel MIJN bijnaam voor jou, bedenk ik, lichtjes betrapt, maar vooral met veel binnenpret. Eh voila, het ijs is gebroken, de toon gezet, we delen dezelfde humor, praten honderduit, en ik vergeet haast de tijd én de virtuele realiteit die zich zo meteen aan ons zal opdringen.
Aan het eind van de namiddag weet Roos alles over witwassen, telefoontappen, ontvoeringen én de ontknoping van de moord op de stiefdochter van Dirk Brossé. Djeezes. Wat een spannend beroep. We spreken af om elkaar vriendschappelijk en ongedwongen terug te zien. Witse is niet meteen een schot in mijn spreekwoordelijke roos. Maar een man met krachtige wapens: humor, ontvankelijkheid, spontaneïteit. En ook: een heel klein beetje ridder voor mijn Ros.

Roos
Wordt vervolgd. Aflevering 5. Een merger met McKinsey.

woensdag 13 november 2013

Aflevering 3: Roos ontmoet Witse.















Net twee weken nadat ik me officieel akkoord heb verklaard met de openbaarlijke verkoping van mijn hartengoed, krijg ik een eerste ontmoetingsvoorstel in m’n mailbox. Hans De Koning, lees ik, is een “aantrekkelijke man met een sympathieke en toegankelijke uitstraling. Hij is 1m87 groot en slank gebouwd. Hans heeft kastanjebruin haar en bruine ogen, hij draagt een fijne bril. Zijn kledingstijl is ‘smart casual’, stijlvol en naar de gelegenheid.” Mmm. Klinkt niet slecht.
Ik scan vlug verder, registreer, absorbeer: 3 kinderen, goede band met moeder, leidt fusies en overnames in goede banen, brede muzieksmaak, houdt van theater…”, en nog voor ik het einde van het A4-tje bereikt heb, klik ik al door naar Google.  Niettegenstaande mijn initiële, plechtige voornemen om dit VOORAL niet te doen.
De afknapper is groot. Ik zie een afgeborsteld McKinsey type, inclusief maatpak, das en een onbeholpen grijnsglimlach. Tom Cruise in The Firm, maar dan zonder innemende looks. Het weze duidelijk: een profielschets kan fantastisch mooi op papier klinken, maar deze man is niets voor mij. Help. Wat zijn m’n ontsnappingsroutes?
Optie 1.HARD WEGLOPEN. Tijdens het intakegesprek vroeg ik beleefd aan de koppelaarster: “enne, als een ontmoetingsvoorstel me niet meteen wat lijkt, mag ik dan verstek geven?” Waarop het antwoord beleefd maar resoluut: “Nee, dat is niet de bedoeling”. Zucht. Ik streep door. Optie 1 = geen optie.
Wijfelend dubbelcheck ik nog even met mijn trouwe raadgevers van dienst en stuit op hetzelfde verzet: “Nee, Roos, dit lijkt echt niets voor jou. Veel te stijf”. Eh. No pun intended.

Goed. Ik heb dus écht een probleem.
Optie 2. KOEL NEGEREN. Ik besluit cool en tactisch af te wachten. Maar tactiek was nooit Roos’ sterkste kant, dat had ze vooraf kunnen bedenken. Na drie dagen radiostilte capituleer ik en mail een voorstel naar Hans om naar een hippe, actuele theatervoorstelling te gaan kijken. Dan hoef ik, als het meezit, in de fluwelen duisternis van het theater, hooguit even beleefd te glimlachen naar McKinsey, een compliment te geven op zijn fijn gesteven maatpak, en kan ik nadien beleefd en welvoeglijk afscheid nemen. Mission accomplished.

McKinsey reageert koel maar correct op m’n mail: “ongetwijfeld een mooie voorstelling, maar het eerstvolgende vrije moment dat ik kan afspreken is pas binnen een maand”. Het paard van Roos steigert. Het lijkt wel alsof ik een sollicitatiegesprek dien af te dwingen bij een drukbezette manager. Grrrr. HOOG tijd voor de volgende ontsnappingspoging.
Optie 3. BLOKKEREN. Ik mail naar het makelaarsbureau met de voorzichtige vraag om op grond van klaarblijkelijke langdurige onbeschikbaarheid van de tegenpartij dit ontmoetingsvoorstel af te breken. Slimme zet, al zeg ik het zelf. Maar de koppelaarster is alsnog slimmer. Ik krijg een sussend en tegemoetkomend antwoord: “Roos, dat is inderdaad niet zo fijn. Ik vermoed dat het een tijdelijk tijdsprobleem is bij hem, zou het dan ook niet afbreken, maar ik kan ondertussen zeker nog voor een ander voorstel zorgen. Zitten wachten is niet direct bevorderlijk voor het goed gevoel…Wat denk je?”

Goed dan. Roos laat zich ompraten. En maakt tegen haar zin een afspraak met McKinsey. Meer daarover later.  
De koppelaarster houdt intussen woord en bezorgt me een nieuw ontmoetingsvoorstel.  “Een fijne, jongensachtige man met ruime interesses en een grote ontvankelijkheid”, belooft ze me. Ik adem opgelucht, en ga na ontvangst van de profielschets opnieuw op Google-verkenning. Warempel. M’n stand-in voor McKinsey heeft geen LinkedIn account, geen Facebook profiel, geen Google account, geen Skype account, geen Flickr account, nada. Als mysterieverhogende factor kan dat tellen.

Stiekem ben ik opgelucht. Wat niet weet, niet deert, toch?  Dus mail ik meteen en krijg binnen de minuut een boodschap terug die geen antwoord is op mijn uitgaande mail: gekruiste correspondentie. Daar wordt Roos vrolijk van. Geen slecht begin. En evenzo vrolijk vibreert het aan de andere kant van de virtuele lijn: “ik heb hier meteen een goed gevoel bij (of mag ik dat nog niet zeggen?)”. Gevolgd door: “Ik zie je zondag, enne, verwacht geen man met snor”.
Vreemd. Even denk ik nog: hij heeft vast een lange baard, dan, nee?, maar ontdek dan helemaal onderaan de mail een adres, dat me met behulp van Google Street View zowaar bij de Federale Gerechtelijke Politie brengt. Yup. De Strangers zongen het voluit: “Bij de Rijkswacht…”

Roos zit intussen op de punt van haar stoel. Zondag ontmoet ze Witse. In levende lijve. En zonder snor.
Roos
Wordt vervolgd. Aflevering 4: Een schot in de roos?

dinsdag 5 november 2013

Aflevering 2: De profielschets. Over promotie, branding en The Big Five.


 
 
 
 
 
 
 
 
Toegegeven. Het woord profielschets klinkt akelig zakelijk. De analytische geest in me denkt aan resultaatgebieden, gedragsfactoren, competenties. En dat uiteraard, hoe kan het anders:  in een ontegensprekelijke Excel-tabel gegoten. Categoriek in kaart gebracht. Niet door mezelf weliswaar, maar door de Makelaar.
Het intakegesprek peilde vrij transparant en direct naar The Big Five: 1. Extraversie (tegenover introversie). 2. Vriendelijkheid/mildheid (tegenover bazigheid) 3. Ordelijkheid (tegenover wanordelijkheid). 4. Emotionele stabiliteit (tegenover emotionele instabiliteit). 5. Autonoom (intellectuele autonomie) (tegenover niet - autonoom).
Kortom. Ben ik gereserveerd, geremd, rustig, of eerder hartelijk, sociaal en energiek? Houd ik rekening met andermans gevoelens, ben ik empathisch, sympathiek, vergevingsgezing, hoffelijk of toch veeleer het Cruella-type?  Ben ik georganiseerd, gedisciplineerd, betrouwbaar en consciëntieus of een hopeloze chaoot? Ben ik emotioneel onstabiel, lees: een type Amy-Whinehouse-total-loss of zo ongenaakbaar en onvermurwbaar als Angela Merkel? En kan ik voor mezelf denken, of aap ik toch liever maar wat groteske alpha-males en females na?
Tot mijn grote opluchting is de koppelaarster een vrouw van woorden. Geen cijfers of statistieken, maar een mooi stuk geschreven proza krijg ik de week na het intakegesprek in m’n mailbox. Eéntje waar ik zowaar even week van word. Noem het mijn bescheiden zelve (of, tja, mijn emotioneel onstabiele zelve, het is maar hoe je het bekijkt) maar zoveel moois is er over mij in één pagina nog weinig of nooit gezegd. Om bevestigd te krijgen dat er naast makelaar-en-promotalk ook effectieve waarheid in het A4-tje staat raadpleeg ik enkele trouwe vrienden, én m'n twee kinderen. M'n stuntelige, klungelige, onbeholpen zelve tikt zowaar een fout e-mail adres in en stuurt het prozaïsche profiel ook per abuis naar een ex. Iemand die me genegen was loslaten, is duidelijk niet m'n sterkste punt. In m'n onderbewuste schrijf ik nog elke dag lange e-mails vol verhalen die nooit meer aankomen. De reacties zijn unaniem (ja, ook die van de ex): Helemaal jij. De schatten. Mijn zoon voegt nuchter en opmerkzaam toe dat er nergens vermeld wordt dat ik allergisch ben aan de plantenfamilie van de nachtschade. Maar goed. Da's een detail. En ook: “Roos is uiterst gevoelig voor nachtschade”, klinkt niet bijster uitnodigend, toch?
Dus gaan we ermee door. Deze “sympathieke, veelzijdige vrouw met een rijke en boeiende persoonlijkheid die met passie in het leven staat” geeft groen licht aan het makelaarsbureau:  ja, verkoop haar maar. Maar voorzichtig en met mate. Ze is niet enkel “kleurrijk en eigenzinnig”, maar ook oh zo breekbaar.
Helemaal onderaan de schets zijn er enkele lijnen vrij voor mijn “desiderata”. Ah. Roos’ diepste verlangens krijgen zowaar een plaats. Rechttoe rechtaan had ik er zelf geschreven: goeie chemie, een subtiele mix van (fantastische) seks, goede wil, comfort, verlangen, vriendschap en vrijheid, en dat mysterieuze extraatje dat ervoor zorgt dat ik als een blok voor 'm val. Van de hand van de koppelaarster staat er nu enigszins getemperder: “Een aangename, intelligente man die bewust en met vertrouwen in het leven staat, zou goed bij Roos passen. Met haar deelt hij een open geest, relativeringsvermogen en zin voor humor”. Ah. Da’s een waarheid als een stier: wie Roos aan het lachten brengt krijgt steevast een welgemeende Big Five.
De profielschets eindigt mysterieus met “hoe de relatie precies wordt vormgegeven, zal de toekomst bepalen”. Ik zucht diep. Lady Gaga zong het al in Future Love: “when I get to him I'll run him over with my rocket ship.” Een  George Clooney-kloon in mijn eindeloze Gravity heelal. Yup. Roos is very much ready for take-off.

Roos

Wordt vervolgd: Aflevering 3. Roos ontmoet Witse.

zondag 3 november 2013

Aflevering 1: Het paard voor de wagen.
















Na twee gebroken harten in één maand tijd, beslis ik dat het moment rijp is om de spreekwoordelijke koe, eh stier, bij de horens te vatten. Net geen drie jaar heb ik geïnvesteerd in geduldig wachten op mannelijke exemplaren die telkenmale niet wisten of ze wel voor me konden kiezen. Twijfel en treuzel alom. Een emotionele achtbaan. Een wachtbaan. Allebei waren ze me ontzettend dierbaar: heel diep, en waar. Maar nu wil ik zelf aan zet zijn. Pro-actief. M’n paarden niet langer achter de wagen spannen, maar met volle teugels vooruit. Dus schrijf ik me in bij een relatiebemiddelingsbureau: een makelaar in ontroerende goederen.

"Tja, waarom wachten op je geluk als je het ook een duw kan geven?”, beaamt een dierbare vriendin. “Eh, da’s toch één groot hoerenkot?” reageert mijn vader laconiek. “Een heel moedige beslissing, stel je me in een volgend leven aan je nieuwe partner voor?”, zegt de ex die prima kan doen alsof het ’m niet raakt.

Vanuit de auto doe ik snel een telefoon. Ik verdraag geen uitstel meer. Maak een afspraak met een punctuele secretaresse. Haar lieve, opgewekte, tegemoetkomende stem geeft me moed. Ik geef het op mijn beurt niet graag toe, maar de ex heeft toch een beetje gelijk: dit vraagt durf. Ik leg m’n breekbare hart voortaan in professionele handen: een zorgvuldig opgebouwde database, aangevuld met de expertise van een handvol consulenten, én een punctuele secretaresse.

Een tweetal weken later word ik uitgenodigd op een eerste intake gesprek met de Makelaarster. Ruim een half uur te vroeg parkeer ik m’n auto voor de deur. Ik kom altijd te laat op afspraken. Het weze glashelder duidelijk: mijn paard staat ruimschoots voor de wagen.

De koppelaarster verbaast me positief: een oprechte, persoonlijke aanpak. Deze dame is beslist geen lege, commerciële, romantische regelneef. Haar bureau belooft een klare, eerlijke kijk op waar het in de liefde vaak om draait: hoe het klikt, smelt, botst, en altijd anders uitdraait dan je oorspronkelijk had verwacht. Ze start het gesprek heel nonchalant, alsof we in een bar zitten, of ergens op een reünie van oud-studenten. We blijken studiegenoten te zijn en de eerste twintig minuten van onze ontmoeting gaan naar het ophalen van herinneringen aan de universitaire dagen van weleer. Je weet wel: gemijmer over bevlogen, excentrieke professoren, en nostalgie naar de hel die mondelinge examens waren.

Ik voel me volstrekt niet op een mondeling examen. En de koppelaarster praat honderduit. Een ongeduldige stem in me zegt: “eh, waar is die checklist die moet worden afgewerkt?” “Mijn desiderata, mijn kenmerken, mijn profiel, mijn do’s and don’ts?” Maar mijn gesprekspartner lijkt mijn verborgen ongeduld te negeren, en praat rustig door over faits divers alsof we elkaar al jaren kennen. En eigenlijk voelt het ook wat zo. Als een vlotte en vanzelfsprekende match.

De checklist wordt afgewerkt, het contract overlopen en ondertekend. De nuchtere feiten worden niet onder tafel gemoffeld, maar openlijk besproken. “Dit avontuur kost je een rondreis naar Thailand met een gerenommeerd reisbureau”, spreekt een duivels stemmetje in me. “Maar je reist lekker wel een jaar lang voor die prijs, krijgt elke maand een man aangeboden, én als je even wat pauze kan inlassen, dan mag dat”, fluistert de sussende engel. Ik sluit een compromis met mezelf en beloof aan Mefisto dat mijn perfecte match-to-be me vast en zeker meeneemt op een te gekke reis naar Thailand. Dat zou Sera-fijn zijn.
 
Het bureau heeft 2200 klanten, en 50% vindt een geschikte partner, zo leer ik. Mijn kansen zijn dus 1 op 2. Statistieken op de website van het bureau vertellen me dat 45 een scharnierleeftijd is. Vanaf die leeftijd stijgt het aantal vrouwen in verhouding tot het aantal mannen. Ik heb dus nog net twee jaar de tijd om het kritieke kantelmoment voor te zijn. Alle hens aan dek. Juu paard. Hup Ro(o)s.

Ik protesteer licht tegen de nuchtere, realistische opmerking dat ik er rekening mee dien te houden dat mannen gaan voor jongere vrouwen, en ik dus beter een compromis sluit door ook oudere mannen in m’n wish-list op te nemen. De levenslustige, dynamische spring-in-het-veld in me wil het liever nog graag jong en eh lekker. Maar ik zwijg wijs. Vijf jaar ouder met speelse pretlichtjes in de ogen en een sportief lichaam: het moet kunnen, nee?

Aan het eind van het gesprek wordt me gevraagd een foto door te sturen. Niet voor publicatie. Enkel voor intern gebruik. Het lucht op om dat te horen. Ik geloof in deze visie: aantrekking heeft voor meer dan 70% met lichaamstaal te maken. Hoe iemand beweegt, spreekt, wat iemand via zijn lichaamstaal vertelt over zichzelf is veel bepalender en dat kan je niet zien op een foto. Opnieuw bonuspunten voor deze aanpak.

Ziezo. Ik begin aan dit avontuur met gemengde gevoelens. You can’t hurry love zongen The Supremes. Misschien forceer ik wat eigenlijk spontaan zou moeten gaan. Maar soit. Love’s a crazy horse. I can but give leeway to its force.

Roos

Wordt vervolgd: Aflevering 2. De profielschets. Over promotie, branding en The Big Five.